Zo een hectische dag als 27 oktober wens ik niemand toe. Van minuut tot minuut wordt je geleefd. Je hebt geen tijd voor verwerking of bezinning. Nu is het woensdag 28 oktober en is het huis weer leeg. De auto’s zijn weggehaald. Het is tijd om orde op zaken te stellen.

En dat begint met de voicemail, mail, smsjes, whatsappies, facebook en twitter berichten. Het zijn er honderden, misschien wel duizend. Ik neem de tijd om ze allemaal te lezen of te beantwoorden. Te beginnen met de voicemails en smsjes. De meeste slaan terug op de media handelingen van de dag ervoor. De emails zijn met een enkele uitzondering allemaal bedoeld om mij en het gezin een hart onder de riem te steken. En die uitzonderingen doen mij een glimlach ontlokken. Er zitten verwijtende berichten tussen “het is je eigen schuld”, hele “scheldkanonades” of zeer kritische opmerkingen, verwijzingen naar complottheorieën en andere onzin of verwijzingen naar hypocritisch gedrag omdat wij twee Volvo’s hebben.

Op FaceBook valt het mij op dat er vooral over je wordt gesproken in plaats van met je. Gelukkig krijg ik medestanders die zich opwerpen als verdediging en de scherpe, soms zelfs bedreigende, gesprekken voor mij voeren. Dat doet goed en tot op de dag van vandaag heb ik met enkelen nog steeds contact. Maar het niveau is eigenlijk beschamend en toont hoe we in Nederland blijkbaar afglijden naar een zeer bedenkelijk niveau. We oordelen wat raak, zonder ons eerst eens in de argumenten te verdiepen.

En zo kom je al lezende snel terecht in de diepe met zwarte nevel gevulde grotten van het Internet. Je kent ze als GeenStijl, Fok Forum maar ook de FaceBook pagina’s van Pauw, DWDD, enzovoort. Je hoort en leest natuurlijk wel vaker over de ellende die je op Internet aantreft. Maar het raakt je pas écht als je zelf het onderwerp van gesprek bent.
Sommige berichten heb ik met verbazing gelezen, om een enkeling moest ik hard lachen maar alles bij elkaar kun je de conclusie trekken dat (ver)oordelen veel mensen nog altijd goed ligt. Internet wordt echt als anoniem schreeuwkanaal gebruikt waarbij vooral Twitter de kroon spant, maar ja, dat levert dan wel ruim 300 nieuwe followers op…..

Deze dag en de komende dagen besteed ik tijd aan de verzekering, het regelen van vervangend vervoer, het opruimen van de laatste brandresten en nog vele telefoontjes met familie en bekenden die willen weten hoe het gaat en of ze nog iets kunnen doen. En ook de politie komt nog regelmatig voorbij om wat informatie op te halen of te delen. Maar ook probeer ik weer tijd te besteden aan werk, afspraken en een algemeen dankbericht voor op de website van GroenLinks. Ik laat mij graag voorlichten hoe om te gaan met dat social media geweld. Moet ik de discussie nu aangaan en mij verdedigen of moet ik het laten rusten? Het is een dilemma waar ik nog vaak voor kom te staan. Net zoals de beveiliging van ons huis. Volgens de politie is die aan een uitbreiding toe. Het lijkt noodzakelijk dat er ook camera’s aan de gevel komen te hangen. Maar eigenlijk wil ik dat helemaal niet. Waarom moet ik nou camera’s ophangen en mijn buren niet? Alleen maar omdat ik volksvertegenwoordiger ben?

Ervaringsdeskundige

Hoewel het nieuws in Nederland al snel weer over andere dingen gaat, weet de media mij in de weken na de brand nog telkens te vinden. De vereniging Raadlid.nu publiceert een interview en RTV-NH belt na twee weken nog eens om te polsen hoe het nu met mij en de politiek in Wormerland gaat. Dagblad Trouw doet een interview in een reeks van ‘dromen’ en NOS Journaal belt voor commentaar naar aanleiding van de onrusten bij gemeenteraadsbijeenkomsten in Geldermalsen. Ook het Reformatorisch Dagblad wil een interview over de wijze waarop wij in Nederland omgaan met moeilijke vraagstukken zoals het vluchtelingenprobleem. Opeens ben je ‘ervaringsdeskundige’. Maar het kost mij de weken na de brand minstens 2 uur per dag, daar had ik toch niet om gevraagd? Het is natuurlijk leuk dat je in de schijnwerpers komt te staan maar er wordt telkens teruggegrepen en gewezen naar die autobranden. Terwijl dat nou net een voorval is dat wij thuis snel willen vergeten. Mijn gezin en ik willen liever vooruit kijken. Wat gaan wij ‘als maatschappij’ in de toekomst nou anders doen zodat we dit soort ellende achter ons kunnen laten?

Gevolgen voor de kinderen

Mette heeft in de eerste weken nog veel moeite met slapen. Ze slaapt nog bij Sorrel en ik slaap dus in haar bed. Ze is bang in donkere delen van ons huis en wil dat daar het licht aan blijft. Wat haar vooral heeft geraakt is de wijze waarop ze door mij wakker werd gemaakt toen de auto in de fik stond voor haar slaapkamerraam. En dat ze van de schrik bijna van de trap is gevallen. Ties laat zich er niet zo over uit maar wij merken wel degelijk dat zijn gedrag anders is. Hij is snel geprikkeld en afgeleid. De goede resultaten aan het begin van het schooljaar gaan over in onvoldoendes en emailtjes van zijn mentor over gedrag, houding in de klas e.d. Vooral dat iemand onze eigendommen heeft vernield heeft Ties sterk geraakt. Daar helpen selfies met bekende Nederlanders niet tegenop. Het geeft ons als gezin wel de mogelijkheid om veel over het voorval en de ontwikkelingen in de wereld om ons heen te praten en een standpunt in te nemen. En als wij in november worden benaderd om een weekend een vluchtelingen gezin uit Syrië onderdak te bieden, vinden we dat dan ook zeer vanzelfsprekend. Het gezin is ruim een jaar in Nederland en de kinderen spreken bijna perfect Nederlands en weten het goed te vinden met onze kinderen. Van de ouders horen wij hun verhaal aan, een verhaal dat niet afwijkt van wat we via de media hebben vernomen. De vlucht door een verwoest land, over de zee, het eindeloos wachten tot je weet waar je aan toe bent. Het is mensonterend. En nog triester is het te horen dat deze mensen zelfs in Nederland worden bedreigd door IS-aanhangers terwijl ze proberen een nieuw bestaan op te bouwen. Het bevestigt ook mijn mening dat wat ik probeer te doen er echt toe doet en noodzakelijk is: wij moeten proberen mensen die vluchten voor oorlog en verdrukking, veiligheid, onderdak en een kans op een nieuwe toekomst bieden. Onze kinderen weten van de ellende in de wereld maar houden tot op de dag van vandaag gelukkig contact met deze Syrische kinderen over de dingen die ze nú hier in Nederland meemaken.

Oplossing op lokale schaal

In de lokale politiek loopt het allemaal niet zo’n vaart. Na de prima colsultatie avond waarin veel inwoners de kans hebben genomen om met ons van gedachten te wisselen in gesprekken of via brieven, nemen wij als raad nogmaals het standpunt in dat Wormerland alleen passend bij de eigen schaal iets voor vluchtelingen wil ondernemen. Geen AZC, geen tentenkamp en zelfs geen noodopvang. Wij verkeren in de gelukkige situatie dat er relatief veel kansen op woningbouw liggen. De bouw ontwikkelingen hebben door de crisis een paar jaar stilgestaan en samen met de woningbouwvereniging en enkele particuliere bezitters wordt er in december een lijst ontwikkeld met bouwplannen voor meer dan 100 extra woningen. Woningen die, al dan niet tijdelijk, zowel voor de al bestaande woningzoekenden zoals jongeren en senioren, als voor vluchtelingen met een status gebouwd kunnen worden. Daarmee denken wij de overbelasting van de AZC’s te kunnen verminderen. Maar dan moeten die woningen wel snel gebouwd worden……

Het politie onderzoek

Twee weken na de brandstichting word ik gebeld door een man die verward overkomt. Hij verklaart meer te weten maar wil er ook weer niets over zeggen. Hij zegt dat hij uit Wormer komt en de mensen kent die de brand op hun geweten hebben. Ik voer ruim 10 minuten het gesprek met hem tot hij plotseling ophangt en ik alleen achterblijf met een telefoonnummer. De politie neemt het serieus en zal onderzoek verrichten. Voor mij klinkt dit als een lichtpuntje want twee weken na de brand heeft de politie nog geen enkel aanknopingspunt. Ook de lijst met namen van mogelijke verdachten heeft niets opgeleverd. Maar na enkele dagen blijkt dat deze verwarde man een bekende is van de politie en wel vaker allerlei zaken heeft beweerd.  En zo komt het onderzoek niet verder en blijf ik weer met allerlei twijfels zitten.

Vertrouwen

In november komt het televisieteam van EénVandaag nog eens langs. Ze maken een interview dat begin januari zal worden uitgezonden. Het onderwerp draait om de vraag of ik nog vertrouwen heb. Vertrouwen in de mensen om mij heen, in de directe omgeving. En natuurlijk in mijzelf.
In de uitzending loop ik samen met de verslaggever door het dorp en doe ik een uitspraak over hoe ik nu op sommige dingen terugkijk. Vooral een uitspraak van een buurtbewoner dat ik er zelf om heb gevraagd blijft daar een beetje in hangen. Die uitspraak sterkt ook mijn vermoeden dat de tip over onze auto’s, over waar wij wonen en dat wij de dag vóór de brand juist thuis waren gekomen van vakantie, uit het dorp moet zijn gekomen. Díe kennis over ons heeft iemand nodig gehad om tot de daad over te gaan. Bewijzen kan ik het niet, de politie ook niet. Maar je kunt je voorstellen dat je vertrouwen dan wel op de proef wordt gesteld.

Intimidatie

Behalve raadslid ben ik ook voorzitter van het bestuur van het dorpshuis in Oostknollendam. Het Dorpshuis is het sociale hart van ons dorp en biedt onderdak aan vele verenigingen en activiteiten en draait volledig op vrijwilligers. Met de buurman van het dorpshuis heb ik regelmatig een discussie over een fietsenrek. Hij irriteert zich aan dat rek omdat het het uitzicht zou belemmeren vanuit de onbewoonde woning die hij te koop heeft staan. Als tegemoetkoming haal ik regelmatig het rek weg maar bezoekers zetten het soms weer terug. Zij moeten immers toch hun fiets ergens neerzetten? Als ik begin december ‘s-middags langs het dorpshuis rijd zie ik dat één van de fietsenrekken is gemolesteerd. De bovenkant van het rek is er zorgvuldig met een slijptol vanaf gehaald. Ik heb onmiddellijk mijn vermoedens en bel de buurman op. Hij bekent meteen. “Ik heb je gewaarschuwd dus nu is het opgelost en opgeruimd”. Ik ben verbouwereerd en meld hem dat dit natuurlijk niet kan, dit is geen vorm van overleg maar eigen rechter spelen. “Och, de volgende keer doe ik het weer” besluit hij. Normaal ben ik niet gauw van mijn stuk gebracht maar nu is er echt een grens overschreden. Ik rijd onmiddellijk naar het politiebureau om aangifte te doen van vernieling en intimidatie. De politie neemt het serieus op en voegt deze aangifte bij de aangifte van de brandstichting. “Er zou een verband kunnen zijn…..”.

Nieuwe energie

In deze periode worden er meer raadsleden in Nederland bedreigd. Het leidt zelfs tot een onderzoek waarvan de resultaten op 11 februari worden gepubliceerd. 7 procent van de raadsleden overweegt te stoppen met het raadswerk als gevolg van intimidatie en bedreigingen. En natuurlijk staat de telefoon die dag weer roodgloeiend. De pers wil van mij weten hoe ik over de resultaten van dat onderzoek denk, of ik ook overweeg of overwogen heb te stoppen. Die ochtend ben ik weer de headline van het nieuws. Met als gevolg dat ik ’s avonds word uitgenodigd voor een kort interview in het televisieprogramma van Jinek. Als ‘media-ervaringsdeskundige’ probeer ik nu zelf wat meer lol aan zo’n televisieoptreden te beleven. De inhoud van het gesprek gaat helaas weer over die brand, weer terugkijken op wat is gebeurd in plaats van te spreken over wat we er aan gaan doen. Maar het korte gesprek dat ik vooraf met Plasterk voer is beter, het gesprek met Gers Pardoel over hoe je hits maakt geeft een verdieping en het biertje/bitterballetje achteraf met Eva Jinek en Sascha de Boer geven de kans om echt over bedreiging, intimidatie maar vooral ook over leuke dingen te praten. Bij mij ontstaat het idee om die intimidatie en bedreigingen om te buigen in positiviteit. Ik vind nieuwe energie in het met mensen in gesprek gaan over de rol van politici, de problemen en angsten waarmee burgers geconfronteerd worden en de negativiteit die velen uitspreken en uitstralen op sociale media.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.